Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet stedelijke vernieuwing

 

Artikel 18
1
Indien het bedrag dat uit 's Rijks kas beschikbaar is voor investeringsbudget gedurende het investeringstijdvak wordt verhoogd, kan Onze Minister een aanvullend investeringsbudget onderscheidenlijk aanvullende middelen voor investeringsbudget verstrekken volgens regels die worden gegeven bij of krachtens algemene maatregel van bestuur, waarbij zo nodig kan worden afgeweken van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 6, 7, 9 en 11.
2
Indien gedurende een investeringstijdvak een gemeente als bedoeld in artikel 5, derde lid, wordt aangewezen als een gemeente als bedoeld in het tweede lid van dat artikel, kan Onze Minister die gemeente investeringsbudget verstrekken volgens regels die worden gegeven bij of krachtens algemene maatregel van bestuur, waarbij zo nodig kan worden afgeweken van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 5, 6, 7, 11 en 12.
3
In de gevallen, bedoeld in het tweede lid, wijzigt Onze Minister het bedrag van het reeds voor het betrokken investeringstijdvak aan de betrokken provincie verleende investeringsbudget ten nadele van die provincie tot ten hoogste het bedrag van het reeds door gedeputeerde staten van die provincie aan de betrokken gemeente verleende investeringsbudget en wijzigen gedeputeerde staten van die provincie de verlening van investeringsbudget aan die gemeente ten nadele van die gemeente met hetzelfde bedrag. De door Onze Minister reeds aan de betrokken provincie en de door die provincie reeds aan de betrokken gemeente bij wijze van voorschot betaalde bedragen aan investeringsbudget worden onderling verrekend.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •